Jouw rol: informatie geven en vragen stellen
Als patiënt moet je op jouw beurt jouw zorgverlener goed informeren over je klachten en je situatie. Zo kan hij je beter behandelen. Stel ook al je vragen. Daardoor krijg je betere informatie. In dit hoofdstuk krijg je tips voor het gesprek met je zorgverlener.
Welke informatie moet ik de arts geven?
Jij licht je zorgverlener zo goed mogelijk in over je klachten en beantwoordt zijn vragen. Zo krijgt hij een duidelijk beeld van waar jij last van hebt en wanneer de klachten het ergste zijn. Verder vertel je over jouw persoonlijke situatie. Wat is belangrijk voor jou? Heb je voorkeuren? Wat wil je met de behandeling bereiken? Zo kun je samen zoeken naar de beste behandeling en zorg vóór jou.
Hoe zorg ik dat ik goede informatie krijg?
Jouw zorgverlener wil jou zo goed mogelijk inlichten. Stel vragen wanneer iets niet duidelijk is. Anders gaat hij ervan uit dat je hem begrijpt en dat je geen vragen meer hebt. Het is soms moeilijk om op het juiste moment de juiste vragen te stellen. En om alle informatie meteen te onthouden. Lees daarom ook onze tips.
Tips voor een goed gesprek met je dokter
- Schrijf van tevoren je vragen op. Tijdens het gesprek kun je kort het antwoord opschrijven bij de vragen.
- Als voorbeeld kun je de ‘3 goede vragen’ nemen. Deze vragen nodigen je arts uit om goede informatie te geven en een open gesprek met je te voeren. Kijk hiervoor op www.3goedevragen.nl
- Neem iemand mee die kan helpen en met wie je kunt napraten.
- Vraag/vertel duidelijk wat je wilt weten.
- Stel al je vragen.
- Stel je vragen op het goede moment, bijvoorbeeld niet vlak voordat je weg moet.
- Neem voor jouw vragen de tijd. Maak zo nodig een vervolgafspraak.
- Zeg het wanneer je jouw zorgverlener niet begrijpt en vraag wat bepaalde moeilijke woorden betekenen.
- Herhaal het antwoord in je eigen woorden. Zo kun je controleren of je de uitleg goed begrijpt.
- Vertel je twijfels tegen je zorgverlener.
- Vraag of je mag bellen als je nog vragen hebt.