Patiënten ervaren meer rust en veiligheid door thuismonitoring

Bijna 9 op de 10 patiënten die aan thuismonitoring doen zijn daar erg positief over. Dit blijkt uit onderzoek onder ruim 1.700 patiënten die aan thuismonitoring doen. Bij thuismonitoring meten patiënten met een ziekte of aandoening zelf hun waardes en kijkt de zorgverlener op afstand mee. Ze ervaren dit als minder belastend dan (controle)bezoeken aan de zorgverlener. Daarnaast geeft het patiënten een fijn en vooral veilig gevoel dat ze continu inzicht hebben in hun gezondheidssituatie.

“Door zelf te meten heb ik meer grip gekregen op mijn longziekte. Ik kan nu sneller ingrijpen waardoor opnames niet meer nodig zijn geweest de afgelopen jaren.”

“Het scheelt erg veel reis- en wachttijden. En in mijn geval heb ik soms weinig energie en dan is het prettig dat ik niet de deur uit hoef.”

“In plaats van een paar keer per jaar, word ik nu elke dag in de gaten gehouden. Dat geeft mij een veilig gevoel.”

Veilig gevoel en grip op gezondheid

8 op de 10 deelnemers van het onderzoek – dat uitgevoerd is op initiatief en in opdracht van het programma Vliegwiel - geeft aan dat thuismonitoring ze een veilig gevoel geeft over het eigen lichaam. Het zelf meten en uploaden van waardes waarbij zorgverleners op afstand meekijken, geeft hen een beter zicht op de aandoening. Het gaat dan bijvoorbeeld om het meten van de hartslag, bloedsuiker, zuurstof en bloeddruk. De deelnemers spreken over ‘meer grip op mijn ziekte’, ‘sneller ingrijpen waardoor opnames in het ziekenhuis zijn voorkomen’ en ‘bij het opspelen van klachten kan ik dit direct checken en heb ik snel uitsluitsel’. Daarnaast geven deelnemers aan dat ze ook met een veel veiliger gevoel de deur uitgaan, bijvoorbeeld op vakantie. Waar ze voorheen alleen vlak na een controle in het ziekenhuis gerustgesteld waren, geeft thuismonitoring hen continu zekerheid. Dit vermindert stress en draagt bij aan de kwaliteit van leven.

Minder belastend

66% van de deelnemers ervaart thuismonitoring als minder belastend vergeleken met een bezoek aan het ziekenhuis. Ze noemen hierbij dat ‘een jaarlijkse controleafspraak voldoende is zolang de gegevens goed zijn’ en dat ‘drie controleafspraken en zes onderzoeken verminderd zijn naar één controleafspraak’. Arthur Schellekens, directeur-bestuurder Patiëntenfederatie Nederland ziet dit als een positieve ontwikkeling: “Patiënten ervaren thuismonitoring als minder belastend en zorgverleners houden meer tijd over voor patiënten die zij moeten zien. Dit is dus een win-winsituatie. Gezien de groeiende druk op de zorg is dit een kans die we nog beter moeten benutten.”

Maar een klein deel (10%) die aan thuismonitoring doet, zegt terug te willen naar de fysieke controleafspraken als ze daar morgen de kans voor kregen. “Het beeld dat nog weleens geschetst wordt dat patiënten niet zitten te wachten op vormen van digitale zorg, kan na dit onderzoek voorgoed de prullenbak in,” aldus Schellekens.

Investeer in thuismonitoring

Om thuismonitoring in de toekomst vaker en beter in te zetten in de zorg, is er volgens Patiëntenfederatie Nederland wel nog veel winst te behalen. Uit het onderzoek blijkt dat het nog niet mogelijk is om bij alle zorgaanbieders te kiezen voor thuismonitoring. Directeur-bestuurder Arthur Schellekens begrijpt daar niets van: “Thuismonitoring is een goed voorbeeld van de zorg beter én efficiënter maken. Dit soort veranderingen in de zorg gaan te traag. Zorgaanbieders moeten hierin investeren.”

“Als ik vermoed dat mijn ziekte opspeelt, kan ik dit direct checken en heb ik ook binnen tien minuten uitsluitsel. Voordat ik ging monitoren duurde dat een paar dagen.” “Zolang de gegevens goed zijn, is het niet nodig om naar de zorgverlener te gaan en is een jaarlijks controle voldoende.”

“Voorheen had ik minimaal drie keer per jaar een controle afspraak met de arts en in de tussentijd zo’n zes keer een onderzoek. Nu heb ik nog maar één controle afspraak met de arts in het ziekenhuis.”

“Het thuismonitoren scheelt me een aantal ziekenhuisbezoeken. Daarnaast is het handig wanneer ik een extra check wil, dat ik de gegevens op eigen initiatief kan doorsturen naar het ziekenhuis en daar dan terugkoppeling over krijg.”

“Doordat ik zelf mijn bloed prik op meerdere momenten van de dag heb ik ook sneller door waar ik qua eten op moet letten, wat wel en wat niet werkt. Op die manier kan ik makkelijker zelf voor stabielere waardes zorgen.”

Verduidelijken van informatie en samen beslissen

Een betere instructie over het gebruik van de applicatie zoals het invullen van meetwaarden en informatie over wie ze monitort, is volgens 21% van de deelnemers ook een verbeterpunt. Schellekens: “We roepen zorgaanbieders op om daar meer aandacht voor te hebben. Alle patiënten moeten de voordelen van thuismonitoring kunnen ervaren, ook zij die digitaal minder vaardig zijn.”

Daarnaast vinden patiënten het fijn als ze bevestiging krijgen na het doorgeven van waardes. Patiëntenfederatie Nederland beveelt daarom aan een systeem in te richten waarbij patiënten ten minste één keer per week een bericht ontvangen na het insturen van hun waardes. Ook als er geen afwijkende waardes zijn. Dit stelt patiënten gerust dat hun gezondheid goed in de gaten wordt gehouden. Tot slot is het van belang dat de zorgverlener en patiënt samen beslissen of thuismonitoring een optie is. Patiënten willen niet het gevoel hebben dat hen iets wordt opgelegd door de arts waar ze zelf geen invloed op hebben.

Het onderzoek vond plaats op initiatief van het programma Vliegwiel van Patiëntenfederatie Nederland. De Vliegwielcoalitie is een initiatief van Patiëntenfederatie Nederland en heeft als doel om de digitale transformatie in de zorg aan te jagen zodat steeds meer patiënten er gebruik van kunnen maken.

Het onderzoek werd gedaan onder ruim 1.700 patiënten die ervaring hebben met (een vorm van) thuismonitoring. Zij namen deel via het Zorgpanel van Patiëntenfederatie Nederland of via verschillende ziekenhuizen. Van de respondenten die op dit moment aan thuismonitoring doen, ervaart maar liefst 87% dat als (zeer) positief. Een groot deel van hen (71%) is hier in de afgelopen vier jaar mee gestart. Hart- en vaatziekten, diabetes, hoge bloeddruk en longaandoeningen zijn de meest voorkomende aandoeningen onder de deelnemers van het onderzoek.

Is deze pagina nuttig?
Bedankt voor je feedback!